woensdag 2 januari 2013

Kun je dat niet zelf?!



“Hoi, met mij. Heb je zin om nu naar de film van 20.00 uur te gaan?” 
“Ja, leuk!... Oh nee, dat gaat niet, ik mag natuurlijk niet autorijden en met het OV haal ik dat niet meer.”

“Hee, lang niet gesproken! We gaan met alle meiden een fietstocht maken en dan shoppen. Kom jij ook?”
“Lijkt me leuk, maar ik mag nog steeds niet fietsen… Veel plezier dan maar, hè.”

“Hi! Ik moet je wat leuks vertellen… ik ben in verwachting van de tweede!  Isabel krijgt over zo’n 6 maanden een broertje of zusje!”
“Wow, gefeliciteerd. Heel leuk voor jullie!!!!!” 
(Dat is absoluut gemeend, maar met mijn dagelijkse lading pillen en inmiddels gescheiden gaat dat er voorlopig bij mij niet van komen… Ik heb “zelfs” nog geen nummer 1. Gelukkig heb ik -nog- geen rammelende eierstokken, dat scheelt enorm!)

“Hoi, met mij. Zou ik vanavond met jou mee mogen rijden naar het feest op het strand? De rest komt ook, maar iedereen heeft voor die tijd iets anders te doen, is niet in de buurt of kan mij niet ophalen. De bus stopt er niet en anders kan ik er niet komen…” 
“………” 
“Okee, ik snap het.  Jammer, maar helaas. Leuke avond en doe je de rest de groeten?”


Dit klinkt misschien zielig en als de uitspraken van een zeurende muts, maar het is de werkelijkheid.

Ik denk heel vaak voor anderen en vraag dan bij voorbaat al niet eens of ik mee mag. Stel je voor dat ze me die lastige miep met epilepsie vinden, die nooit eens zelf kan rijden…

Gevolg is, dat ik vaak niet op verjaardagen, housewarmings, babyshowers en andere activiteiten ben en vervolgens voor ongeïnteresseerd en gemakzuchtig word uitgemaakt omdat ik haast nooit mijn gezicht laat zien. Mensen lijken zich niet te beseffen dat het erg moeilijk en vervelend is om steeds maar weer te moeten “bedelen” om ergens te komen.

In de metro kreeg ik ooit een grote aanval en toen was er niemand die ik kende in de buurt. Ik werd van de stenen geplukt en naar een mij onbekend ziekenhuis vervoerd. Dit weet ik van horen zeggen, ik heb dat alles niet bewust meegemaakt, want ik lag compleet “out” op een brancard.

Het ambulancepersoneel kon mensen uit mijn omgeving bellen, omdat in mijn agenda en gsm onder ICE (In Case of Emergency) nummers stonden die gebeld konden worden. Misschien wordt je nu wel duidelijk waarom het OV en ik ook niet de dikste vrienden zijn. Overdag is het nog niet zo’n probleem, maar ’s avonds; ècht niet!

(Enige voordeel; ik kreeg wel een megaboeket van het vervoersbedrijf)

Niet mogen fietsen, autorijden, zwemmen, voorlopig geen kinderen mogen krijgen, sneller moe zijn dan een ander, een enorm slecht geheugen hebben, absences en grand mals krijgen waarbij soms zelfs gekneusde ribben of een gebroken neus het gevolg zijn… Ik heb er niet zelf voor gekozen en het zijn geen smoezen, voor mij is het de realiteit.

Ik ben al veel verder dan het stadium “ik moet me er maar bij neerleggen”. Ik heb het gelukkig geaccepteerd, maak er zelf de hardste grappen om, ken het nummer van de huisarts uit mijn hoofd, kan stoer vertellen dat ik al drie keer mijn neus heb gebroken en spaar pasjes van alle ziekenhuizen in de buurt (ik heb er inmiddels 7!).

Ik zit normaal gesproken dus niet elke dag zielig in een hoekje te grienen om alles wat er niet kan, maar ben vrijwel elke dag juist blij en dankbaar om alles wat wèl kan!

Deze column is daarom ook geen weergave van mijn dagelijks leven, het is een kijkje achter de schermen bij dat ene momentje per jaar dat ik wèl even van alles baal…

Ik ben héél blij met mijn ouders, broer en die paar vriendinnen en vrienden die wel de moeite nemen om door te denken en invoelend kunnen begrijpen dat ik niet “lastig” ben wanneer ik vraag of ze me willen helpen, maar een heleboel heb moeten overwinnen om eindelijk om die hulp te vragen. Voor die mensen is dan ook het volgende bedoeld: héél erg bedankt en een dikke zoen!

Nadenkend over de titel: “Kun je dat niet zelf?”! moet ik flink mijn best doen om het volgende te zeggen: ”NEE, DAT KAN IK NIET, WIL JIJ ME HELPEN?!”