dinsdag 1 januari 2013

Het valt wèl, maar NIET mee…!


Tandafdrukken in m’n tong, rode wangen, verhoogde hartslag, licht gevoel in mijn hoofd. Nee, ik heb geen french-kiss-kluns getroffen en ik ben ook niet verliefd.

Licht verward zit ik op de grond, mijn bureaustoel bevindt zich een meter achter mij en ik ben enorm misselijk. Mijn linkerwijsvinger langs mijn neus-lipplooi halend bemerk ik dat wat ik als speeksel bestempelde bloed blijkt te zijn…

Ik probeer op te staan, maar mijn knieën en rug lijken hun onderlinge communicatie te hebben uitgeschakeld door de kortsluiting in mijn hoofd. Met enige moeite hijs ik mij langs het bureau omhoog. Ik loop naar de badkamer om mijn handen te wassen. Door de nog steeds aanwezige vlaag van wazigheid vergeet ik om in de spiegel te kijken waar dat bloed nu eigenlijk vandaan kwam. Alles gaat op de automatische piloot, mijn handelen en denken lijken niet de gehele tijd te matchen.

Ik loop terug naar mijn werkkamer en zie de ravage van een gevallen stapel papierwerk, een verschoven pc en de verplaatste bureaustoel. Wanneer ik wat beter naar het houten plankje onder mijn toetsenbord kijk, lijkt er een tandafdruk in te staan. En is dat een uitgesmeerde bloedvlek?

Bij iedere beweging van mijn hoofd lijkt het of de inhoud een milliseconde later pas dezelfde kant op gaat. Zou het zó voelen wanneer je compleet dronken bent? Ik drink zelden, dus ik weet zeker dat ik gisteren niet zo lam als een tientje of zo teut als een kanarie het pand heb verlaten.

Inmiddels is de ergste wattigheid in mijn brein verdwenen en loop ik opnieuw naar de badkamer. Nu kijk ik wel in de spiegel en bekijk puur wetenschappelijk, zonder gevoel en dus objectief naar wat mijn ogen in het geslepen glas zien.

Ik start van boven naar beneden en van links naar rechts, alsof het een medisch college anatomie betreft en niet mijn eigen lijf.



Ik zie een bloedende scheur langs mijn haargrens, een bult waar een gekookt ei jaloers op zou zijn, een opkomend blauw oog, een scheve bloedneus en een tandafdruk in mijn tong.

De hoofdpijn en misselijkheid lopen synchroon, mijn rug en knieën doen pijn in elke denkbare houding en ik voel pijn, schrik, stoerheid en gezond verstand zich combineren om de volgende stap te bepalen.

Ik zoek het nummer van de dokter op en vraag hem met een dikke tong om hierheen te komen, omdat naar hem toe deze keer even niet gaat lukken.

Terwijl ik op zijn komst wacht, ga ik logisch terugredeneren. Ik zat mijn belastingformulier in te vullen. Daarna mis ik een stukje, een black out. De bult op mijn hoofd, het scheurtje in mijn haargrens, mijn scheve bloedneus en mijn blauwe oog zullen zijn omdat ik mijn hoofd tegen het toetsenbord gestoten heb, dat verklaart ook meteen de tandafdruk in het hout en in mijn tong en het bloed op het bureau en in mijn gezicht.

De dokter arriveert en bekijkt mijn gezicht zeer nauwkeurig. “Mevrouw, ik adviseer u om iemand te bellen en u naar het ziekenhuis te rijden, want uw voorhoofd moet worden gehecht en uw neus is gebroken, ook die moet worden gezet! Tot die tijd blijft u met een ijscompres op uw knie en een tampon in uw neus hier op de bank liggen.”

Klinkt dit als een horrorverhaal, een aflevering van een ziekenhuisserie of complete onzin? Ik kan je verzekeren dat ieder woord hiervan echt gebeurd is. Ik maak het zelfs vaker mee, alleen de verwondingen en mate van wazigheid verschillen per keer.

Het valt dus wèl, maar niet altijd mee: ik heb epilepsie! Ik val niet dagelijks of wekelijks en slik goedwerkende medicijnen, maar er glipt wel eens een “grand mal” of “absence” tussendoor.

Ik val blijkbaar vrij gunstig -als je dat zo kunt noemen na zó’n smak!- want de littekens in mijn gezicht (inmiddels 7!) zijn nauwelijks te zien. Dit is een combinatie van steeds goed gehecht zijn en wonden die grotendeels wegvallen in mijn haarlijn, in mijn wenkbrauwen, precies in mijn neus-lipplooi en in mijn ooglidrimpel… En blauwe plekken en bulten verdwijnen vaak zelf weer, dat kost tijd, maar ik houd er meestal niets aan over.

Niets eng aan, zoals je kunt lezen heeft de girl nextdoor het ook! Ik heb een prima leven, ben niet gek, heb een goede opleidinggenoten en een prima baan, een normaal sociaal leven en er gebeurt eigenlijk nooit iets in het bijzijn van anderen, dus wees gerust, ik ben niet raar!

Het is vooral onhandig, omdat ik aanvallen niet voel aankomen en dus niet vast kan gaan zitten. Ook mag ik al enkele jaren geen auto meer rijden of fietsen; die afhankelijkheid is erg vervelend!

Zoals je ziet:

Het valt wel, maar niet mee!


(Zie je zoiets een keertje bij iemand gebeuren, dan zul je waarschijnlijk wel even schrikken. Blijf dan tóch bij de bewuste persoon, maar probeer niet de bewegende ledematen met kracht tegen te houden. Stop ook NIETS tussen de tanden, maar zet alleen eventueel de bril af en verplaats belemmerend meubilair. Kijk in de agenda, portemonnee of telefoon of er familie gebeld kan worden (ICE  = In Case of Emergency/ SOS). Bel anders de plaatselijke dokter of 112.)