“Of mice and (wo-)man “ John
Steinbeck
Ik heb onverwacht
visite, zie ik net uit een ooghoek.
Geen vrienden,
familie, buren of collega’s, maar een klein zwart muisje.
Ik ben gelukkig niet bang, maar vind het wel een onhygiënisch idee dat 'ie binnen rondloopt.
In het begin dacht ik nog dat die snelle flitsjes door de huiskamer door de bewegende gordijnen en de wolken voor de zon kwamen, maar helaas.
Ik ben gelukkig niet bang, maar vind het wel een onhygiënisch idee dat 'ie binnen rondloopt.
In het begin dacht ik nog dat die snelle flitsjes door de huiskamer door de bewegende gordijnen en de wolken voor de zon kwamen, maar helaas.
Ik ben geen huisdierenmens, zeker
niet als ze ongevraagd zèlf binnenkomen.
Buiten is
het ijzig koud, het arme beest zoekt waarschijnlijk de warmte op. Ik snap
trouwens niet door welk gat hij is binnengekomen, naar mijn weten is alles goed
afgesloten. Is 'ie mee naar binnen geglipt toen ik thuiskwam? Ik wil het graag
weten voor hij z’n familie uitnodigt en ik twintigvoudig de klos ben. Het is
hier niet smerig, dus dat kan de oorzaak niet zijn. Het zal wel psychisch zijn,
maar ik heb direct m’n hele huis gestofzuigd en schoon gemaakt.