vrijdag 11 oktober 2013

Bips



In de belevingswereld van de 27 bloedjes van 7 en 8 jaar in mijn groep 4 zou je denken dat “bips” of desnoods “billen” de woorden zijn die gebruikt worden voor het achterwerk. Tot mijn verbazing hebben enkele kinders het over “reet”, “gat” en “kont”. Oké, als ik mijn best doe kom ik ook een eind: “Achterste, achterwerk, toges, anus, aars, derrière, zitvlak, poepgat, hol” en ga nog maar even zo door, maar dit soort taal bezig ik niet in de klas. Thuis eigenlijk ook niet…

Naast op mijn eigen taalgebruik te letten, word ik momenteel erg bepaald bij het beschaafd gebruiken van de Nederlandse taal door de kinderen. Flap ik er privé nog wel een enkele “sh*t” of “k*t” uit, op school kan dat natuurlijk niet. Op school ben ik niet snel boos of geïrriteerd gelukkig, maar gaat er af en toe iets mis, dan is “verdraaid”, of “oeioeioei” toch wel de grens.

zaterdag 5 oktober 2013

Kan het dat ik je niet ken?




Je bent vrijwel nieuw in een gezelschap, want een vriendin wil toch wel erg graag dat je op haar verjaardag komt. De anderen kennen elkaar al heel lang. De jou welbekende familieleden en vrienden zijn er niet, dus je zit er als nieuweling een beetje bij. En ja hoor, binnen een minuut gebeurt het al: allerhande mensen die je niet kent passeren mondeling de revue.


„Dat moet je echt aan Pepijn vragen, die weet daar wel raad mee!” En: „O ja, typisch een Linda-reactie, echt zo van ‘ik laat me niet zomaar álles zeggen!”. Oei, wéér iemand die niet in je sociale systeem voorkomt: Wie is die Alex waar ze het over hebben? Kan ik vragen wie Alex is? Had ik Alex al lang moeten kennen?


De mensen die je niet kent worden kleurrijk nagedaan, hun stemmen worden ook geïmiteerd. Er wordt gelachen. Waren ze er maar bij!

Je kunt hier op verschillende manieren op reageren.