zaterdag 18 juni 2016

Dág fiets!



Dág fiets!

“Bicycle, bicycle”

Onderweg naar een museum met een vriendin en haar twee kinderen hoor ik haar zoontje van 8 meerdere keren “bicycle” zeggen. Het lijkt een beetje op de eerste zin van het liedje van Queen. Joost weet me zeer precies uit te leggen dat bicycle een fiets is “in het Engels”. Vervolgens grinnikt hij op de achterbank naar z’n vierjarige zusje Elisabeth, maar ik begrijp niet helemaal waarom hij dat doet. Zij zit vrolijk te kletsen en te zingen en Joost zit haar niet uit te lachen of te plagen, dus die smile moet ergens anders om zijn.


Nu weet ik dat Joost talig vrij sterk is en voor een  jongen van zijn leeftijd ook best een grote Engelse woordenschat beheerst. Wanneer je weleens tegen iemand zegt: “Engels praten”, is dat vaak omdat je niet wilt dat de kinderen snappen wat je zegt, of als geintje tussen vrienden. In zijn geval heeft Engels praten niet altijd zin, omdat hij meer Engels begrijpt dan op zo’n moment wenselijk is. Ik vind het bijzonder dat hij regelmatig in het Engels wil praten en ook zo vragen stelt en antwoord geeft, maar het is dus niet altijd handig ;-) .

Onderweg naar het museum was het nogal druk op de weg en een enkele medeweggebruiker vertoonde –al dan niet bewust- huftergedrag. (Te laat of zeer abrupt invoegen, bumperkleven, verkeerd voorsorteren, rechts inhalen, geen knipperlicht aan en ga zo nog maar even door)
Met twee kinderen op de achterbank roep je niet in een opwelling de eventuele uitschieters uit het Nederlands scheldwoordenboek naar de bewuste persoon, maar blijft het bij termen als: “verdraaid, potverdorie, wat is dat een oen, sjongejonge of snotverdrie”.

Ook nu hoorde ik Joost af en toe “bicycle” zeggen als z’n mama er een “mafkees” of “pannenkoek” uitflapte. We reden op de snelweg, dus zoveel fietsen waren er niet te zien en ik begreep nu alweer niet waarom hij moest lachen.
Van Joost en Elisabeth wordt redelijkerwijs verwacht dat ze geen grove taal bezigen, dus mama en tante Miss Fish moeten daarin het goede voorbeeld proberen te geven.
Na weer een “bicycle” vanaf de achterbank hoorde ik dat Joost het woord nèt iets anders uitsprak dan aan het begin van de dag het geval was.
Ik begreep ineens wat hij bedoelde en nu begon ook ik te lachen. Met een blik van verstandhouding via de achteruitkijkspiegel had Joost in de gaten dat ik hem snapte.

Om geen lelijk woord te zeggen en te verdoezelen dat hij dat eigenlijk tóch deed, had hij “bicycle” zeer welbewust veranderd in “bye, súkkel!!!”
In het museum zeiden we af en toe nog eens  “bicycle” of “dag fiets!” tegen elkaar en met een lach verlieten we het museum weer…

*) De namen Joost en Elisabeth zijn gefingeerd i.v.m. de privacy van de kinderen.