In
mijn functie van leerkracht maak ik regelmatig leuke, gekke en interessante
dingen mee met de kinderen. Zo ook pas geleden: in de klas, ’s morgens tijdens
het kringgesprek, mocht iedereen die dat wilde iets vertellen over de
belevenissen van het afgelopen weekend. Een paar jongens waren erg
geïnteresseerd in een boek dat iemand had meegenomen. Dit boek ging namelijk
over het leven van dinosaurussen. Met veel tekeningen, stickers en tekst werden
er verschillende dinosaurussen behandeld. Er was onder andere informatie te
vinden over wanneer ze waarschijnlijk leefden, wat ze aten en welke verschillende
soorten er bestaan hebben.
Met
moeite kwamen de andere kinderen nog aan de beurt met hún verhaal, maar in een
ieders achterhoofd bleef toch het dinosaurusboek aanwezig.
Na
het kringgesprek praatten er nog wat jongens na over het voor hen toch wel erg
boeiende boek! Zelfs toen ze aan het werk moesten, bleef het hier en daar wat
onrustig…
De
rest van de morgen werd er prima gewerkt en als “beloning” mochten er kinderen
via het smartbord (digibord) naar meer informatie over dinosaurussen gaan
zoeken.
Als
er even later buiten gespeeld gaat worden, zie ik veel jongens en een enkel
meisje achter elkaar aan rennen. Nu eens niet om te voetballen of tikkertje te
spelen, maar vandaag zitten de Tyrannosaurus rex, de Diplodocus, de Ultrasaurus
en de Pterodactylus achter een Velociraptor aan! Dit heeft een heleboel lawaai,
geren en gespring tot gevolg en steeds meer kinderen willen meespelen.
Wanneer
het speelkwartier vordert, zie ik James, Floris en Julian nog steeds zeer
enthousiast dinosaurussen naspelen, terwijl de meeste andere kinderen naar het
duikelrek, de wiebelbrug, de voetbaldoeltjes en de basket zijn teruggekeerd. De
drie jongens rennen elkaar achterna en proberen nog steeds andere kinderen te
vangen. Omdat bijna niemand meer meespeelt, vraag ik me af hoe dat verder zal
gaan.
Na
een poosje gaat James ineens met zijn ogen dicht stokstijf stil tegen de boom
op het plein zitten, terwijl de andere kinderen gewoon verder spelen. Iedereen
speelt verder zónder hem, ook zijn dinovrienden Floris en Julian. Wanneer ik naar
James toe loop en vraag of alles goed gaat, kijkt hij me in eerste instantie
wat vreemd aan. Als ik hem dan wat concreter vraag of hij ruzie heeft of dat er
misschien iets anders aan de hand is, antwoordt hij:
“Niets
bijzonders juf, ik zit alleen maar uit te sterven!”.