zondag 19 januari 2014

De lichte lach



Ik stress over de stoep op weg naar huis. Ik moet dwars door het drukke centrum een heel eind lopen, omdat ik niet mag fietsen en autorijden. Het is 17.30 uur en héél veel andere mensen lopen kriskras door elkaar.
Het is duidelijk dat ik niet de enige ben die naar huis gaat. Een oplettende voorbijganger zou mij waarschijnlijk typeren als lichtelijk geïrriteerd, met een beginnend kort lontje, aangezien ik met stevige pas doorloop en door de manier hoe ik kijk. Maar waar maak ik me eigenlijk druk om; ik ben maar op weg naar huis. 

Het verkeerslicht staat op groen en ik steek de straat over. Dan zie ik ineens een lach tussen alle haastige, drukke en ietwat norse gezichten. De lach en de lieve blik in het gezicht van een oud-collega. We wisselen een paar woorden, ze vraagt ècht gemeend hoe het gaat en wil ook luisteren naar het antwoord. Door haar reactie verander ik ook. Ik wil ook werkelijk naar haar luisteren in plaats van snel door te lopen en een obligaat “hoe gaat het?””ja, goed”… We wensen elkaar nog een goede dag toe. Toch race ik weer verder om snel thuis te zijn.



Terwijl ik verder loop, heb ik de tijd om na te denken over wat ik zojuist heb meegemaakt. Wat zorgt ervoor dat sommige mensen zo stralen? Ik vraag me af waarom sommige mensen een blijde lach hebben als andere mensen dat nodig hebben. Sommige mensen hebben een uitstraling die anderen hoop en moed kan geven midden op een drukke, zware dag.
Ik ken mensen die veel hebben moeten meemaken. Die collega van zojuist is in korte tijd haar man en een goede vriendin verloren. Er zijn andere mensen die ervaring hebben met ziekte. Die mensen in hun directe omgeving hebben verloren, soms zelfs op jonge leeftijd. Veel te jong naar menselijke maatstaven. Mensen waarvan ik zie dat ze veel redenen zouden kunnen hebben om bitter te worden door andere redenen dan ziekte; grote problemen in het gezin, binnen een relatie, op school of werk. Criminaliteit, geweld etc.

Redenen genoeg om naar binnen gekeerd te raken en de moed op te geven. Wat zorgt ervoor dat deze mensen mij iets kunnen geven? Ik heb ook zelf wel ervaring met verdriet, ziekte en de daarbij behorende praktische problemen, maar eigenlijk heb ik toch wel alles wat ik echt nodig heb. Ik leef in een land waar ik alles wat ik maar wil kan krijgen. Ik, die een leven en een toekomst voor me heb. Ik heb een baan, kan voor mijzelf zorgen, ik heb een huis gekocht, kleding en voldoende brood op de plank. Ik heb vrienden en familie en goede bekenden die me willen helpen. “Als de nood het hoogst is … ;-) “

Ik denk dat ik de reden weet. Ik denk dat de reden is dat ze beseffen hoe de liefde van God hen kracht geeft en ze helpt dit aan anderen te laten zien. Niet als een kunstje, dat je vaak moet oefenen voor het een beetje lukken wil, maar als logisch gevolg op de ervaring van Gods liefde en Zijn plan in hun leven.
Zij geloven dat alles wat ze meemaken ten goede meewerkt (Romeinen 8:28). Niet in het beperkte perspectief van dagen, weken, maanden of zelfs jaren, maar in een eonisch perspectief. Daarom willen ze ook een leven leiden dat Hem enthousiast maakt. Hoe? Door niet langer te leven om zichzelf te realiseren, maar om Gods wil door te voeren op aarde zoals die wordt doorgevoerd in de hemel. Is dat de moeite waard om te leven? Ken jij zulke mensen? Mensen die iets hemels (Gods liefde) uitstralen. Die een licht voor jou zijn. Die jou iets geven wat jij ook wilt hebben?

Dat wil ik in ieder geval, en door Gods genade heb ik zin gekregen in hetzelfde leven. Mijn hoop is dat het van mij af zal stralen, zodat dezelfde oud-collega die de vorige keer een gestreste juf zag, de volgende keer iets zal merken van dezelfde kracht die ik bij haar gemerkt heb.