Je bent vrijwel nieuw in een gezelschap, want een
vriendin wil toch wel erg graag dat je op haar verjaardag komt. De anderen
kennen elkaar al heel lang. De jou welbekende familieleden en vrienden zijn er
niet, dus je zit er als nieuweling een beetje bij. En ja hoor, binnen een
minuut gebeurt het al: allerhande mensen die je niet kent passeren mondeling de
revue.
„Dat moet je echt aan Pepijn vragen, die weet daar wel
raad mee!” En: „O ja, typisch een Linda-reactie, echt zo van ‘ik laat me niet
zomaar álles zeggen!”. Oei, wéér iemand die niet in je sociale systeem
voorkomt: Wie is die Alex waar ze het over hebben? Kan ik vragen wie Alex is?
Had ik Alex al lang moeten kennen?
De mensen die je niet kent worden kleurrijk nagedaan,
hun stemmen worden ook geïmiteerd. Er wordt gelachen. Waren ze er maar bij!
Je kunt hier op verschillende manieren op reageren.
Allereerst kun je alle onbekende namen negeren en gewoon doen alsof je meepraat.
„Zeker interessant!” zeg je, als het over Alex gaat. En je lacht bescheiden mee
over die malle, warrige Pepijn. Het voelt alsof je weer twaalf bent en niet te
veel wilt opvallen in de brugklas, maar niemand heeft zo in de gaten hoe
ongemakkelijk jij je voelt.
Je kunt ook besluiten dat je er vol voor gaat: „Ja,
hallo, wie zijn Pepijn, Linda en Alex? Die ken ik niet, dus fill in the blancs
please.”
Het antwoord op
zo’n vraag is vrijwel nooit bevredigend. „Linda is een vriendin van de
basisschool, een hele leuke meid.” Nu weet je formeel wel wie het is, maar nog
steeds ken je diegene niet persoonlijk. Daarom zijn verhalen over die persoon
nog steeds oninteressant. O ja, een klasgenootje. Gut gut, nou nou, oh oh...
Zo af en toe duiken van die onbekende mensen ook op in
een-op-een gesprekken. Je hebt namelijk mensen op zo’n verjaardag die blijkbaar
in hun hoofd hebben dat iedereen in de sociale buitenwijken van de bewuste
vriendenkring elkaar kent. Zo iemand zegt dan ineens: „Ik ga morgen naar
Celine.” Is het bot dat ik niet weet wie Celine is? En wat je wel of niet gaat
doen kan me ook niet echt boeien, maar dat mag je natuurlijk niet zeggen.
Soms denk ik dat BN’ers er zijn voor zulk soort
situaties. Iedereen kan het over Matthijs van Nieuwkerk of Linda de Mol hebben.
En niemand hoeft te denken: Ken ik die? Is het erg dom als ik vraag wie het is?
Praten over bekende Nederlanders is als praten over het weer. Het gaat altijd
ergens over, je staat nooit met je mond vol tanden en het mooie is, dat je er
niets van hoeft te onthouden.
“Kan het dat ik
je niet ken?”
“Ja, absoluut en ik vind het prima zo!”