donderdag 10 juli 2014

O, O, O… - opruimen, ordenen en organiseren-



Als mijn moeder vroeger weer eens zei dat ik m’n kamer moest opruimen, was er –na enig morren en enige tijd – uiteindelijk een opgeruimde kamer te zien. Dat wil zeggen: op het oog was alles weer netjes. Dat ik alles wat er op de grond lag in één graai in de laden onder het bed had gestopt, zag niemand en ik was vrij vlot klaar. Boeken, schoenen, schone en vuile was, cd’s, muziekboeken, knuffels, spelletjes en overig speelgoed lagen door elkaar in een grote wanorde, maar er zat een kastdeur voor, dus wat maakte het uit?!
 
Makkelijk en snel klaar zijn waren mijn drijfveren, een echt opgeruimde en geordende kamer kon me niet zo boeien. Als het ècht te gek werd, zag ik dat ook wel in en deed ik een poging om alles goed op te bergen, maar op één of andere manier kwam het er maar een enkele keer per jaar van om daadwerkelijk op te ruimen.
Na mijn studie betrok ik een huurhuis en vertrok ik uit mijn ouderijk huis. Op dat moment drong tot mij door hoeveel spullen ik eigenlijk had vergaard de afgelopen jaren. Nu ik zelf verantwoordelijk werd voor een woonruimte en mij niet langer gevraagd werd of het niet eens tijd werd om op te ruimen, begon ik het nut van ordenen en organiseren in te zien.


Omdat ik fulltime werkte was het vaak druk-druk-druk, met zóveel te doen in zó weinig tijd. De tijd was altijd krap, de rommel in huis hoopte zich op. Afwassen? Dat doe ik morgen wel, het is nog niet zoveel. De was? Zonde om de machine te laten draaien met een halfvolle trommel, dat kan van het weekend ook.
 
Op mijn werk had ik alles prima voor elkaar, daar was alles netjes en kon ik alles direct vinden. 
Daar lukte het me wel, waarom thuis dan niet?
Wanneer ik wist dat er iemand langs zou komen, ging ik als een wervelwind door het huis om op te ruimen en schoon te maken, want stel je eens voor dat ik de naam van rommelkont en sloddervos zou krijgen.
 
Na een poos was ik het ineens zó zat dat ik een vakantie lang in huis aan de slag ging. Het was enorm veel werk, maar wat voelde het goed om onnodige zaken weg te gooien en weg te geven. Flink schoonmaken en spullen uitzoeken gaf me energie om door te gaan. Na die slijtageslag lukte het me beter om alles opgeruimd te houden. Minder rommel gaf me een veel rustiger gevoel. 
Naast ruimte in mijn huis kreeg ik ook meer ruimte en rust in mijn hoofd.
Ik had mijn spullen gesorteerd,  gaandeweg het opruimproces ging dit steeds beter en sneller. Het resultaat was een opnieuw geordend en gestructureerd huis. Alles had een vaste plek gekregen, de rommel was de deur uit, een nieuwe start!
Inmiddels ben ik 15 jaar en 3 huizen verder en wanneer ik het erg druk heb kan ik nog steeds terugvallen in de “dat-kan-morgen-ook-nog-wel”modus, maar over het algemeen gaat het goed.
Ik ruim niet langer op voor de visite, maar voor mezelf. O, O, O bevalt me prima!