In een niet zo ver verleden
schreef ik een column over hoeveel soorten vriendinnen ik heb. Bijvoorbeeld:
de met-mijn-moeder-kan-ik-het-goed-vinden-vriendin,
de
ik-zie-je-zondag-in-de-kerkdienst-vriendin,
de ik-ga-ergens-heen-zal-ik-je-ophalen-vriendin,
de
weet-je-vwo-3-nog-vriendin en de wat-was-onze-studietijd-leuk-vriendin.
Verder zijn er ook nog de
je-bent-mijn-collega-maar-ook-leuke-borrel-vriendin, de je-bent-mijn-schoonzus-dus-ik-moet-wel-vriendin,
de welke-film-kijken-we-vriendin,
de zullen-we-naar-een-museum-gaan-vriendin, de
ik-heb-zin-in-een-high-tea-vriendin, de ga-ook-mee-naar-dat-festival-vriendin
en nog talloze andere vriendinnen die ik nu misschien vergeet. Helaas is
er dan ook een rijtje vroeger-was-ik-je-vriendin,
maar daar gaat het nu niet over. Op Facebook heb ik inmiddels 403
“vrienden”, maar zeker driekwart daarvan
valt in de categorie vrienden-van-vrienden.
De vriendinnen die me het dierbaarst zijn, zijn de vriendinnen-die-net-een-zus-zijn.
Daar zijn er weinig van, maar hoe erg is dat? Ik heb liever een paar hele goede vriendinnen dan een flatgebouw vol vage kennissen. Wel is het leuk om met alle bovengenoemde vriendinnen af en toe eens af te spreken, maar zij zijn weer meer dan vage kennissen natuurlijk.
De vriendinnen die me het dierbaarst zijn, zijn de vriendinnen-die-net-een-zus-zijn.
Daar zijn er weinig van, maar hoe erg is dat? Ik heb liever een paar hele goede vriendinnen dan een flatgebouw vol vage kennissen. Wel is het leuk om met alle bovengenoemde vriendinnen af en toe eens af te spreken, maar zij zijn weer meer dan vage kennissen natuurlijk.
De-vriendin-die-net-een-zus-is spreek ik niet dagelijks,
maar als we elkaar zien of spreken is daar het vertrouwen dat we altijd vriendinnen
blijven, hoe onze levens ook lopen. Deze vriendin kan ik alles vertellen en wederzijds
is dat ook zo. Naast praten en horen, luisteren en begrijpen we ook en dat is
waardevol en bijzonder.
Wij kennen
elkaar van vóór
de kleuterschool. We delen onze levens al vanaf ons tweede of derde levensjaar,
zaten op de basisschool bij elkaar in de klas en hoewel we op verschillende
middelbare scholen zaten en verschillende studies volgden, zagen we elkaar na
school of in het weekend. Omdat we in
hetzelfde dorp woonden, pakten we de draad moeiteloos op. Zij woont nog steeds
in “ons” dorp, ik verhuisde meerdere keren naar verschillende steden en dat
schaadde de vriendschap niet, hooguit veranderde het aantal bezoekjes.
We
kennen elkaar zó goed, dat we kunnen praten over alles, ook als we ons ongemakkelijk
zouden voelen wanneer we dit aan een ander zouden moeten vertellen. We delen alle
kleine en grote fases uit onze levens, kunnen elkaar blind vertrouwen en kunnen
om de kleinste dingen de slappe lach krijgen. We delen dezelfde humor, maar we
weten ook wanneer de tissues uit de kast moeten komen voor de tranen die soms
druppen en soms flink stromen en wanneer die knuffel hard nodig is. Dit is de
reden waarom ik haar “zus” noem, de band is zo sterk dat het voelt als familie.
Dichterbij kan een vriendin niet komen…
Mail, Facebook, Whatsapp, telefoon en Twitter zijn goede hulpmiddelen om
contact te houden, maar er gaat niets boven elkaar live zien en spreken!
Lieve
zus-die-geen-zus-is, deze column is voor jou… ;-) Wanneer zie ik je weer?